U bent hier
Les phrases assassines... mijn avonturen in de Franstalige pers (deel 1)
Vice-premier Didier Reynders vergeleek recent Rtbf met de staatszender in Noord-Korea. Het is Reynders’ uitspraak, niet de mijne. Maar ik zal Reynders alvast niet tegenspreken. Al diegenen die klagen dat de Vlaamse pers te ‘gekleurd’ is, werpen best eens een blik over de taalgrens. Dan pas zal men weten wat gekleurdheid en vooringenomenheid betekent.
Hoe het begon: Van Vollezele tot ‘Le Soir’ (2010)
Kort na de verkiezingen van 2010 belt Ben Weyts me op. Wil je N-VA helpen bij de onderhandelingen? We hebben je expertise broodnodig, zegt Ben. Ik hap toe, maar met een beetje schrik in het hart. Ik heb er nadien echter nooit spijt van gehad. Ben is intussen een goede vriend geworden.
Kort nadien zat ik plots aan de onderhandelingstafel te Vollezele, als expert Van Bart De Wever, Jan Jambon en Ben Weyts. Ik kan het niet genoeg benadrukken: toen ‘als expert’ en niet als politicus. Op dezelfde wijze als sommige van mijn collega’s academici -ook Franstaligen- dit doen voor andere partijen. Hier is echt niets fout aan.
Alleen vond ‘Le Soir’ dit niet kunnen. Op vrijdag 20 augustus 2010 volgt een eerste salvo van de pen van Bernard Demonty. Hij schrijft onder meer: ‘N’y a-t-il pas un risque que le professeur défende les thèses de la N-VA devant ses étudiants?’. Een smerige en vuile veronderstelling zonder het minste bewijs. Een intentieproces eerste klasse. Ik doceerde op dat moment al 17 jaar staatsrecht aan een Franstalige universiteit. Nooit is er een klacht geweest. Wel integendeel, meermaals werd ik door de studenten bekroond met de titel van beste prof. Maar dit vermeldt Le Soir evident niet, want het past niet in de framing.
Le Soir heeft zich steeds verdedigd door dit te duiden als ‘informatieverschaffing’. Mij niet gelaten. Wat Le Soir schrijft is mijn zaak niet. Het volstaat om het niet te lezen en je hebt er geen last van. Wat ik wel heb gelezen is het onderzoek van Michaël Devoldere (Les phrases qui tuent? De representatie van Bart De Wever in de Franstalige media, masterthesis olv Marc Hooghe aan Kul). Hij vermeldt het artikel van Demonty als één van de voorbeelden waarbij Le Soir nationalisme steevast in verband brengt met indoctrinatie. Nationalisme wordt bovendien, schrijft de auteur, afgewezen in moraliserende termen. Nationalisme wordt in verband gebracht met ‘egoïsme’, ‘segregatie’, ‘uitsluiting’ en ‘bekrompenheid’. Er is dus overduidelijk sprake van framing bij Le Soir.
‘Malaise à Namur’ ... RTBF aan zet (februari 2012)
In februari 2012 schrijf ik een column in De Morgen over de ‘truc’ van de regering Di Rupo met artikel 195 Grondwet. Ik word geïnterviewd door Radio1. Kritiek op de PS van Di Rupo. Dit is ongehoord! De poppen gaan aan het dansen.
Op 15 februari in de ochtend krijg ik een telefoontje van een Franstalig politicus: ‘Let op, RTBF is een reportage over je aan het voorbereiden’. Toch raar dat men hiervan weet heeft in het Franstalige politieke milieu. De informatie is bovendien juist. Sacha Daout van RTBF palmt op datzelfde moment de universitaire campus in. Hij maakt een reportage over die Vlaamse professor.
Je kan de reportage in bijlage bekijken. Het begint als een reportage over de maffia. Onherkenbaar gemaakte studenten worden ondervraagd. Eén van de beschuldigingen luidt dat ik het akkoord van de regering Di Rupo omschrijf als ‘het Vlinderakkoord’. Te gek voor woorden, dit doet namelijk iedereen. En dat Rtbf me 'Hendrik Vuyl' noemt in de uitzending, zal ik er maar bijnemen zeker?
Op zich niets speciaals. Ik was niet van plan om te reageren. De reportage is misplaatst en inhoudsloos, maar dat is nu eenmaal persvrijheid. Het hoofd van de RTBF nieuwsdienst Johanne Montay zal dan ook stellen in De Morgen en op de site van RTBF, dat er niets aan de hand is. ‘RTBF zaait geen haat’, is de titel van het stuk. De uitzending is evenwichtig en informatief, volgens Montay.
Maar de waarheid heeft ook haar rechten. Nooit heb ik kritiek geleverd op wat werd uitgezonden, maar wel en uitsluitend op de schandelijke wijze waarop Sacha Doaut deze reportage heeft gerealiseerd. Ik heb eertijds Johanne Montay van antwoord gediend in de papieren editie van De Morgen.
De waarheid heeft ook haar rechten
Ziehier wat ik opstuurde naar De Morgen. Het werd, een beetje ingekort, gepubliceerd. Daar deze reactie niet beschikbaar is op het web, herneem ik ze hier:
“Toen ik de reportage zag, was ik helemaal niet van plan om te reageren. Ik vond ze flauw, heel flauw zelfs. Waarom? Wel, omdat er zovele geëngageerde en gewaardeerde hoogleraren bestaan in mijn vakdomein. Bij hen gaat Rtbf wel niet filmen. Maar uiteindelijk doen ze maar. Dit is persvrijheid, een belangrijke waarde in onze democratie.
Oneerlijk vond ik wel dat de reportage suggereert dat het rectoraat zich over de zaak ging buigen. Dit is onjuist. Ik werd niet eens uitgenodigd voor een gesprek. Niet ik, maar Rtbf kreeg een strenge brief in de bus van mijn rector.
Op 16 februari viel ik echter bijna letterlijk van mijn leerstoel. Eén van de studenten die aan de basis ligt van de uitzending en die op onherkenbare wijze aan bod komt in de uitzending, stuurt me volgende mail (ik vertaal uit het Frans):
"Ik werd woensdag gecontacteerd door een andere student om deel te nemen aan de reportage. Ik vond het thema interessant voor Waalse studenten die leven in het huidige België en zijn media, namelijk een professor grondwettelijk recht met sympathie voor NVA. Ik heb aanvaard om deel te nemen aan dit ideeëndebat. Eens in de aanwezigheid van de journalisten, heb ik begrepen dat er een groot verschil was tussen de reden van mijn aanwezigheid en deze van de journalisten. Deze laatste waren rotsvast overtuigd dat ze studenten gingen ontmoeten die diep gekwetst waren door de woorden van een racistisch professor. Ze wilden duidelijk een "reportage choc" maken over N-VA in Wallonië. Omdat ik toch aanwezig was, heb ik toch aanvaard om op hun vragen te antwoorden. Vragen als "Denkt U dat Hendrik Vuye racist is?" of "Moet hij ontslagen worden?"".
Verder in de lange mail vervolgt de student dat hij verbolgen was bij het zien van de reportage. "Ik was verbolgen, want die reportage stelt me voor als een student die U bekritiseert, en, ik wil het herhalen, dit was niet de reden van mijn aanwezigheid. Meer nog, ik denk dat geen enkele student U wilde bekritiseren".
Ik heb deze passages voorgelezen in de les van vrijdag 17 februari. Geen enkele student heeft dit tegengesproken. Integendeel, de tongen kwamen los en vele studenten kwamen geschokt getuigen. Enkele zelfs met tranen in de ogen.
Op zaterdag 18 februari ontving ik een mail van een andere student, één van de directe initiatiefnemers. Hij wil me dringend spreken om de kerk opnieuw in het midden te plaatsen. "Wij hebben U nooit willen schaden. Het is hoogst ongelukkig dat dit zo niet werd begrepen door de journalist, door de andere studenten en, ik denk, ook door U" (ik vertaal opnieuw).
Mevrouw Montay schrijft nu dat de reportage geen suggestieve vragen bevat. Dat de vraag of ik een racist ben, niet voorkomt in de reportage. Dit is juist. Ik heb ook nooit het tegendeel beweerd. Ik heb wel gezegd dat de journalist, bij het realiseren van de reportage, zeer suggestieve vragen heeft gesteld aan 18-jarige jongeren.
Ik antwoord ook graag op enkele andere vragen. Hoe komt het dat er pas twee maanden na de reportage werd gereageerd? De uitzending dateert van 15 februari, het eerste artikel, in Knack, van woensdag 21 maart. Echt twee maanden is dit wel niet. Het nummer van 21 maart van Knack is het eerste nummer gepubliceerd na de uitreiking van de prijs van beste prof door de studenten. Niets verdacht dus.
U begrijpt ook niet waarom sommige pers zo hard reageert. Het antwoord is misschien eenvoudig. Bovenstaande mails heb ik telkenmale overgemaakt aan de betrokken journalisten van Knack, De Morgen en De Standaard.
Ik heb deze journalisten wel uitdrukkelijk gevraagd de namen van de studenten niet bekend te maken. Deze studenten hebben een stommiteit begaan door Rtbf te contacteren. Dat beseffen ze ook. Maar ik vind dat ze als 18-jarige wel eens een kemel mogen schieten. Ik heb op die leeftijd ook kemels geschoten. Wie niet? Ik heb dan ook onmiddellijk na de reportage mijn rector en decaan aangeschreven met het uitdrukkelijk verzoek om geen sancties te nemen tegen de betrokken studenten.
Mevrouw Montay, U bent een zeer gewaardeerde journaliste. Ik meen dit echt. Maar deze keer waren uw bronnen onvolledig. En nochtans, mijn rector heeft toch een schrijven gericht aan Rtbf waarin hij onder meer stelt dat één van initiatiefnemende studenten zich volledig misbruikt voelde en onmiddellijk na de uitzending zijn excuses had aangeboden. U had het dus kunnen weten. U had me misschien zelfs kunnen contacteren, om mijn versie te horen. U hebt een kans op bezinning gemist.
Tenslotte heb ik in het radioprogramma de ochtend uitdrukkelijk gesteld dat ik in het verleden steeds correcte contacten heb gehad met Rtbf-journalisten. Ik doe zeker niet aan veralgemening. Maar bij het maken van deze reportage is er wel iets fout gelopen. Vandaar de commotie op de campus. En ook in het verleden is er soms wel eens iets fout gelopen met reportages over andere personen. Ook toen was er commotie.
En voortaan zwijg ik over deze rel. Er is al veel te veel inkt gevloeid."
Een belangrijk element staat niet vermeld in dit antwoord. Rtbf werd gecontacteerd door de zoon van een Waals politicus. Hoe ik dit weet? Omdat Sacha Daout het mezelf heeft verteld toen hij mij kwam interviewen. Hij ging dit toen nog natrekken. Niets daarover in de uitzending. Nochtans was de info van Daout juist. Ik kreeg namelijk een mail van betrokken student waarin deze zich verontschuldigde.
Is Rtbf hier in de fout gegaan? Of heeft één journalist getracht om een ‘reportage choc’ te maken die hem meteen wereldberoemdheid ging bezorgen in de Fédération Wallonie-Bruxelles? Aan de lezer om te oordelen.
De tweet van Yves Leterme
Het hek was helemaal van de dam toen gewezen eerste minister Yves Leterme een tweet de wereld instuurde over het gebrek aan niveau van Le Soir en RTBF. Toegegeven, Leterme weet waarover hij spreekt. Het werd vervolgens een ware krachtmeting met RTBF. Ik stond in alle kranten en werd geïnterviewd door de onnavolgbare Lisbeth Imbo in De Ochtend. Met Imbo was dit altijd topradio.
Opnieuw naar de feiten. Ik werd dat jaar nogmaals met glans verkozen tot beste prof door de studenten. Knack schreef hierover: ‘Studenten zetten RTBF een neus’. En wat voor een neus! Een bloedrode neus!
Morgen deel 2, onder meer over bruggenbouwers Béatrice Delvaux en Jurek Kuczkiewicz van Le Soir en Pierre Havaux, ‘journaliste politique’ bij Le Vif.