Over gewelddadig Jihadisme en de Verlichting

Door Hendrik Vuye op 21 januari 2015

Tussenkomst in de verenigde commissies binnenlandse zaken, justitie en defensie op 21 januari 2015

 

In onze buurlanden, zo bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, hebben de regeringen reeds maatregelen genomen. De VN Resolutie van 24 september 2014 verzoekt de lidstaten uitdrukkelijk om op te treden tegen ‘foreign terrorist fighters’. De 12 maatregelen die de regering voorstelt zijn de uitvoering van deze VN Resolutie. De radicalisering waar we nu mee worden geconfronteerd is al lang bezig (sedert de jaren 80). We kunnen enkel betreuren dat de vorige regeringen het probleem niet ernstig namen, zeker niet Mevrouw Milquet toen ze minister van Binnenlandse zaken was.

Na Charlie Hebdo en de gebeurtenissen te Verviers, zijn we ook in België wakker geschoten. We moeten ons geen illusies maken, de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo is de 9/11 van de persvrijheid en van de vrijheid van meningsuiting. Dit zal gevolgen hebben en dit zal blijvend gevolgen hebben.

Ons Westers maatschappijmodel is de erfgenaam van de Verlichting. Kenmerkend voor de Verlichting is het geloof in de menselijke rede. Deze filosofische inzichten van de denkers van de Verlichting werden voor het eerst geconcretiseerd in wetteksten met de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring (1776) en de Franse Déclaration des droits de l’Homme et du Citoyen (1789). Hier komt de nadruk te liggen op de onvervreemdbare en onveranderlijke rechten van de Mens. Dit is de harde kern van ons model.

In continentaal Europa vinden we deze visie terug in de meeste Grondwetten, die nagenoeg allen een mensenrechten-verklaring bevatten. Meestal staat deze mensenrechten-verklaring vooraan de Grondwet, net om het belang ervan te benadrukken. Het is ook deze visie die we terugvinden in de Universele verklaring van de rechten van de Mens, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1948. Het is ook de visie die aan de grondslag ligt van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950), afgesloten binnen de Raad van Europa.

Deze onvervreemdbare rechten van elke mens, maken dat ons maatschappijmodel inclusief is en moet zijn. Elkeen moet zich thuis voelen en dezelfde kansen krijgen. Ons model is een goed model, maar evident is het niet volmaakt. Indien er nog discriminatie en sociale achteruitstelling bestaat, dan moeten we deze bestrijden. Maar laten we wel ernstig blijven. Geen enkele vorm van sociale uitsluiting kan het IS-geweld rechtvaardigen.

De Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman heeft in meerdere, bijzonder boeiende columns benadrukt dat ons maatschappijmodel veronderstelt dat “je je als burger niet in eerste instantie vanuit een geloof bepaalt. Eerst ben je lid van een gemeenschap, dan pas gelovige, van welk (niet-)geloof ook”. Beeckman vervolgt: “Eeuwenlange godsdienstconflicten hebben ons namelijk geleerd dat wie zijn gelovige identiteit eerst plaatst, in conflict komt met anderen”.

In ons maatschappijmodel zijn mensen in de eerste plaats burger van een samenleving. Die samenleving biedt vele vrijheden: vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, vrijheid van godsdienst en nog zovele vrijheden meer. Maar die vrijheden, ook de vrijheid van godsdienst, bestaan binnen onze maatschappij. Deze vrijheden bestaan niet naast en zeker niet boven onze maatschappij. Intergratie betekent dus niet dat burgers hun religie moeten afzweren, maar wel dat ze hier hun toekomst uitbouwen. Integratie wil niet zeggen dat iedereen atheïst moet worden, maar wel dat burgerschap en gemeenschap primeren op religie.

Dit betekent -en ik verwijs hier opnieuw naar Tinneke Beeckman- dat men niet het recht heeft zelf de basis van zijn rechten te kiezen. Zij schrijft: “helaas interpreteren sommigen godsdienstvrijheid als de vrijheid om de bron van recht te kiezen. Maar dan verlaten ze onherroepelijk het pad van de Verlichting: niet God, maar alleen de mens creëert de geldende wet in de samenleving. En in die samenleving, aldus Verlichtingsdenkers, ben je in eerste instantie – jawel – burger, niet atheïst, katholiek, moslim of boeddhist”.

We kunnen maar echt samenleven indien niemand zijn religie of zijn mening boven ons maatschappelijk bestel plaatst. Nochtans is dit exact wat nu aan het gebeuren is, sommigen zijn niet langer in de eerste plaats burger. Het zijn personen die ons maatschappijmodel verwerpen en die zelfs met geweld een ander model willen opleggen.

Binnen het verlichtingsdenken, zoals dit tot uiting komt in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is het streven naar politieke verandering geoorloofd. Evident, zou ik zeggen. Verandering moet zelfs! Maar er zijn wel grenzen. In het bekende arrest Refah Partisi tegen Turkije van 13 februari 2003 oordeelt de grote kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de mens dan men verandering mag nastreven, maar (1) dat de middelen die men daartoe gebruikt democratisch moeten zijn -geweld is dus uitgesloten- en (2) het maatschappijmodel dat men nastreeft moet evenzeer democratisch zijn.

Wat we nu meemaken met IS, beantwoordt aan geen van beide voorwaarden. Flagrante en bijzonder gewelddadige schendingen van de mensenrechten worden gehanteerd als een manier van oorlogsvoering. De video van de onthoofding van James Foley, en later van andere slachtoffers, staan voor altijd op ons netvlies gebrand. Vrouwen worden verkocht als seksslavinnen en enkele dagen geleden zagen we beelden van homo’s die van hoge gebouwen naar beneden werden gegooid.

Recent hebben we ontdekt dat sommige Jihadisten van plan waren in België een ‘dodentocht’ te organiseren, met de bedoeling om zoveel mogelijk politiemensen te treffen.

Met dit soort van barbaarse oorlogsvoering, wil men de democratische waarden ondermijnen en op termijn vernietigen. We mogen van geluk spreken dat onze politiediensten erin geslaagd zijn om aanslagen te vermijden. We moeten hen daar dankbaar voor zijn en hen feliciteren.

Tegelijk moeten we beseffen dat het nulrisico niet bestaat. Zelfs de beste politiedienst ter wereld kan de ‘zotten van god’ niet altijd tegenhouden. We zullen hier moeten leren mee leven, hoe erg dit ook is.

Dat het leger nu onze gebouwen beschermt, is wat N-VA betreft een logische en noodzakelijke stap. Wij opteren voor veiligheid. Of er nu kaki, dan wel blauw op straat staat maakt mij niet veel uit, en dat is niet omdat ik kleurenblind ben maar omdat ik kies voor veiligheid. Ik hoor zeggen dat België Kabul niet is, dat is ook zo, maar ik ben de para’s dankbaar, want ze zorgen er net voor dat België Kabul niet wordt.

Het maatschappijmodel dat deze gewelddadige Jihadisten nastreven, is onverenigbaar met onze basiswaarden. In het reeds geciteerde arrest Refah Partisi stelt de grote kamer dan ook in alle duidelijkheid dat sharia (islam-recht) en Jihadisme kennelijk onverenigbaar zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Jihadistische beweging is in alles het tegengestelde van onze democratische rechtstaat.

Er is maar één staatsmodel dat in overeenstemming is met de onvervreemdbare en onveranderlijke rechten van de Mens, namelijk de democratie. Elk ander staatsmodel spoort niet met de Rechten van de Mens. De grote kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dit benadrukt in vele arresten (Grote kamer, 16 maart 2006, “Zdanoka t. Letland”, § 98; Grote kamer, 17 februari 2004, “Gorzelik e.a. t. Polen”, § 89; Grote kamer, 13 februari 2003, “Refah Partisi t. Turkije”, § 86; Grote kamer, 30 januari 1998, “Parti communiste unifié de Turquie e.a. t. Turkije”, § 45).

Er bestaat geen democratie zonder pluralisme. De overheid moet, op grond van artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (vrijheid van religie), als een neutrale en onpartijdige instantie de uitoefening van diverse religies en levensbeschouwingen mogelijk maken. De overheid moet zorg dragen dat de verschillende groepen en religies elkaar tolereren. De grote kamer van het Hof heeft deze rechtspraak bevestigd in het arrest Leyla Sahin (2005) en recent op 1 juli 2014 in het arrest ‘S.A.S. tegen Frankrijk’.

Wanneer er maar één staatsmodel bestaat dat in overeenstemming is met de fundamentele rechten en vrijheden, namelijk de democratie, dan is het evident dat de democratie een absoluut principe is. Een principe dat geen uitzonderingen duldt, net zoals het folterverbod en de niet-retroactiviteit van strafwetten. Dit zijn rechten die dermate fundamenteel zijn, dat ze geen uitzonderingen dulden. Democratie duldt geen uitzonderingen, of het is geen democratie meer.

Vandaar dat het Europees Hof ook het beginsel van de weerbare democratie erkent, de “démocratie apte à se défendre”. Het Hof heeft dit beginsel reeds aanvaard in 1995 (Grote kamer, Vogt t. Duitsland, 26 september 1995). De grote kamer benadrukt wel dat het beginsel van de weerbare democratie dient toegepast rekening houdend met het proportionaliteitsbeginsel. Ik citeer uit de grote kamer, 16 maart 2006, Zdanoka t. Letland, § 100: “Le problème qui se pose alors est celui d’une juste conciliation entre les impératifs de la défense de la société démocratique d’un côté, et ceux de la sauvegarde des droits individuels de l’autre (Parti communiste unifié de Turquie et autres, arrêt précité, § 32). Chaque fois que l’Etat entend se prévaloir du principe d’une « démocratie apte à se défendre » afin de justifier une ingérence dans les droits individuels, il doit donc évaluer avec soin la portée et les conséquences de la mesure envisagée, pour que l’équilibre susvisé soit respecté”.

Er dient dus een evenwicht gezocht tussen de noodzaak om de democratie te verdedigen en de individuele rechten waarover ook Jihadisten beschikken. Op dat punt verschillen wij als kinderen van de Verlichting, van de gewelddadige Jihadisten. De eerste minister heeft de plenaire gesproken over “la fierté du démocrate”. Dit is de juiste uitdrukking. De fierheid van de democraat, maakt net dat wij ook de fundamentele rechten eerbiedigen van diegenen die wij bestrijden.

Deze principes in acht genomen, moeten we de democratie verdedigen. Er is geen plaats voor diegenen die ons maatschappijmodel verwerpen. Het is wel degelijk een wij/zij-verhaal, maar geen verschil tussen moslims en anderen. De grens loopt tussen zij die de fundamentele rechten eerbiedigen en zij die deze verwerpen. De grens loopt tussen zij die kiezen voor de waarden van de Verlichting en zij die kiezen voor de duisternis.

Het zou echter al te gek zijn onze kop in het zand te steken. Er is wel degelijk een probleem. De cijfers spreken voor zich. 350 jongeren vertrokken naar Syrië en een 100-tal zijn intussen teruggekeerd. De vertrekkers komen voornamelijk uit Antwerpen, Vilvoorde, Kortrijk en Maaseik.

We weten ook dat moslimextremisten niet in het luchtledige leven. Op de sociale media is er wel degelijk steun voor de wandaden in Parijs. De resultaten van een onderzoek van de Gazet van Antwerpen zijn treffend: 16% van de moslimjongeren vindt moslimterrorisme aanvaardbaar. 63% -slechts 63%- vindt dat de moslimgemeenschap zich moet afzetten tegen religieus extremisme.

Toegeven op onze fundamentele waarden is niet mogelijk. De vrijheid van meningsuiting geldt voor alles, ook voor het beledigen van de profeet. Cynisme, sarcasme, kolder en satire zijn eigen aan onze democratie.

We hebben een lange weg afgelegd naar de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen en naar de gelijkberechtiging van holebi’s. Het is nog niet perfect, de weg is nog niet volledig afgelegd, maar we werken er wel aan. We kunnen dan ook geen enkele toegeving doen aan homobashing of aan religies of schijnreligies die de superioriteit van de man over de vrouw prediken. Dit hoort hier niet thuis.

Preventie is belangrijk, daar ben ik mij ten zeerste van bewust. Maar nu zitten we wel in het stadium waar de nadruk dient te liggen op detectie en repressie. Professor emeritus Staatsrecht van de Universiteit Groningen D.H.M. Meuwissen schrijft in zijn boek ‘Recht en vrijheid’ dat het beginsel van de tolerantie dat aan de basis ligt van de democratie wederkerigheid veronderstelt. Er is dan ook schrijft hij, geen enkele reden om niet-toleranten te tolereren.

Staat ons maatschappijmodel u niet aan, maak dan gebruik van de vrijheid om te vertrekken en elders je geluk te zoeken. Neem het echter niet kwalijk aan de democraten dat ze hun democratie verdedigen. Meer nog, wij hebben de vaste overtuiging om onze waarden te verdedigen. Democratie is het waard om verdedigd te worden en mijn fractie verkiest de Verlichting boven de duisternis.

 

12 maatregelen tegen radicalisme en terrorisme

In de 12 principes zoals geformuleerd door de regering kan N-VA zich terugvinden. Het zijn echter principes, we wachten op de concrete uitwerking. Deze moet snel volgen.

De uitwerking zal moet zorgen voor concrete maatregelen die aan volgende voorwaarden beantwoorden:

het beginsel van de weerbare democratie vereist dat de maatregelen daadkrachtig en efficiënt zijn, geen symboolwetgeving;
materieelrechtelijk moeten ze proportioneel zijn ten opzichte van het beoogde doel, namelijk de noodzaak om de democratische samenleving te beschermen;
tenslotte moeten er ook voldoende procedurele waarborgen zijn.

Enkel maatregelen die aan deze drie criteria beantwoorden zijn in overeenstemming met ‘la fierté du démocrate’. We moeten onze democratie daadkrachtig, maar ook op een waardige wijze verdedigen.

 

Hendrik Vuye

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is