Liberale gekkigheid: (Con)Federalisme volgens Open VLD

Door Hendrik Vuye op 23 maart 2014

Hoe zit het ook weer met federalisme en confederalisme volgens Open VLD? Ik heb er ooit volgend stukje over geschreven op Doorbraak.be (14 en 15 november 2013). 

Confederalisme noemt Open VLD voorzitter Gwendolyn Rutten anno 2013 ‘communautaire gekkigheid’. Confederalisme is voor haar het einde van de Belgische samenwerking en daar past ze voor. Confederalisme is voor de liberalen separatisme. Nog steeds volgens de liberalen, lezen we in een blauwe tweet: ‘Vanaf dag 1 vr economie gaan’.

Open VLD heeft België herontdekt. Of hoe Open VLD opnieuw aanknoopt bij de goede ouwe PVV, een partij die smalend ‘Pest voor Vlaanderen’ werd genoemd.

Met hun Copernicaanse wending van confederalisme naar Belgisch federalisme bewijzen de liberalen alvast dat standvastigheid en politieke geloofwaardigheid geen blauwe deugden zijn. Het bochtenwerk van Open VLD is van een hoog tsjeven-gehalte. Misschien overtreffen de blauwe optimisten zelfs de oranje realisten?

 

Rutten in 2010: een krachtig pleidooi voor confederalisme

Ooit was het anders. In aanloop naar de verkiezingen van 2010 was dezelfde Gwendolyn Rutten een vurig verdediger van het confederalisme. Ze verdedigde dit met Verhofstadtiaans vuur en vlam op VRT. Het loont echt de moeite het filmpje nog eens te bekijken.

Rutten argumenteert in dit interview dat confederalisme van Vlaanderen geen onafhankelijke staat maakt. Wat is het dan wel? We citeren Rutten: ‘We geven alle bevoegdheden om te beginnen aan de regio’s en dan beslissen we wat gaan we samen nog doen. We blijven duidelijk onder het Belgische dak zitten.’ Het woord confederalisme ‘geeft weer dat we een stap verder gaan dan het federale model zoals het vandaag bestaat’. En Rutten besluit het interview met de woorden dat het economisch kloppend hart in elke regio afzonderlijk moet liggen.

De burgermanifesten

Open VLD heeft sedert de oprichting van deze partij al meerdere Copernicaanse wendingen ondergaan. Begin de jaren 90 waren er de zogenaamde burgermanifesten van Guy Verhofstadt. Ze dienden alleen om kiesvee te lokken. Eens eerste minister heeft Verhofstadt zijn burgermanifesten begraven. Zouden die boekjes nog in zijn bibliotheek staan? Zou hij die soms nog eens ter hand nemen? Zou hij die soms nog eens herlezen? Het is wel hoog tijd om het te doen, want Verhofstadt lijkt alvast vergeten wat hij ooit schreef.

In het tweede burgermanifest (1991) staat zelfs een hoofdstuk met de titel: ‘Denkend aan Vlaanderen’. Verdorie, een Open VLD-er die aan Vlaanderen denkt. Bestaat dit nog?

Wat schreef wereldburger Verhofstadt toen? Ziehier een citaat, met progressieve spelling zoals het hoort bij de progressieve liberalen:

’België is op sterven na dood. Dat is het resultaat van de tientallen kommunautaire en institutionele kompromissen en politieke koopjes die sinds 1970 werden gesloten. ... Ongetwijfeld zijn er meerdere oorzaken voor het falen van de staatshervorming. Maar de belangrijkste reden moet zeker gezocht worden bij de oorspronkelijke uitgangspunten zoals die in 1970 werden vastgelegd door de zogenaamde werkgroep van de 28. De toestand die toen werd geschapen, waarbij drie gemeenschappen (de Vlaamse, Franstalige en Duitstalige gemeenschap), drie gewesten (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) en vier taalgebieden (het Nederlandstalige, Franstalige, Duitstalige en tweetalige taalgebied) tot stand werden gebracht, is een onhoudbare konstruktie gebleken. ...

De hervorming van onze instellingen moet radikaal worden overgedaan en totaal anders worden aangepakt. In plaats van steeds maar nieuwe kommunautaire kompromissen te bedenken naar aanleiding van de vorming van een of andere regering, waarbij we verder bouwen op de manke instellingen waar we sedert 1970 mee zitten, moet er een geheel nieuwe staatshervorming komen.

In plaats van van bovenaf bevoegdheden, instellingen en administratieve overheden steeds verder op te splitsen, moeten de beide grote gemeenschappen in ons land aan tafel gaan zitten, nagaan wat ze met elkaar nog willen doen en hoe. M.a.w. een échte federale staat moet van onderuit worden opgebouwd, van de basis af. En dat in tegenstelling tot het zogenaamde unionistisch federalisme, dat de jongste twintig jaar als uitgangspunt gold. ...

Een echte, autentieke, doorzichtige federale staat houdt in dat eerst maksimale autonomie wordt toegestaan aan het bestuursniveau dat het dichtst bij de burgers aanleunt: de steden en gemeenten. Vervolgens aan de gemeenschappen, de deelgebieden van dit land. En tenslotte aan de federale overheid. De federale staat moet slechts op zich nemen wat de overige niveaus samen beslist hebben om over te dragen, defensie en justitie bijvoorbeeld, of het organiseren van een doorzichtige en omkeerbare solidariteit. Op die wijze wordt een "federalisme van samenwerking" op gang gebracht in plaats van een "federalisme van splitsing, scheuring en konfrontatie", zoals nu met het zogenaamde unionistische federalisme het geval is. ...

Een echte, autentieke, doorzichtige federale staat betekent ook dat elk bestuursniveau zijn eigen inkomsten int en zijn deel van de schuld draagt. Er kan niet langer sprake zijn van dotaties, toegewezen inkomsten of te ristorneren belastingen, zoals nu gebruikelijk is. In een échte federale staat beheert elk van de bestuursniveaus zelf zijn eigen belastingmateries’. ... Uiteindelijk is de federalizering van een deel van de overheidsschuld het énige doeltreffende middel om iedereen in dit land, zowel in het noorden als in het zuiden, tot een zuinig beheer te verplichten in plaats van verder te teren op ongeoorloofde transferten of het uitmelken van de centrale staat’ (einde citaat).

Verhofstadt profileert zich in zijn tweede burgermanifest als de geestelijke vader van het confederalisme. Hij gebruikt het woord nog niet, maar zijn ideeën zijn overduidelijk confederaal. Alleen ... liberalen schrijven graag ideologische boekjes.  Het is pijnlijk hen nadien te herinneren aan wat ze hebben geschreven. En toch, ‘verba volent, scripta manent’.

De Belgische ziekte (1997)

De grote blauwe leider Verhofstadt schreef in 1997 een boekje over ‘De Belgische ziekte’. Men kon er lezen: ‘We worden meegesleurd door het Zuiden, door het immobilisme van het leidende establishment aldaar (FGTB, PS ...) ... We kunnen niet blijven wachten op ik weet niet welke ommekeer in het zuiden van het land. Het is de hoogste tijd dat ook uitgebreide bevoegdheden inzake sociale zekerheid en - nog belangrijker - fiscale autonomie aan de deelgebieden worden toegekend.’

Neen hoor, dit is niet Bart De Wever (N-VA) die aan het woord is, noch Ben Weyts (N-VA), maar wel wereldburger Guy Verhofstadt (Open VLD). De man die nu geen gelegenheid onverlet laat om nationalisten te omschrijven als ‘bekrompen’. Liberalisme staat dan weer voor vrijheid ... waarschijnlijk de vrijheid om bochten te nemen.

Het project van Verhofstadt was eertijds aantrekkelijk en wervend. Alleen was het kiezersbedrog. Velen zijn in de val gelopen van de door Verhofstadt beloofde vernieuwing. Hugo Coveliers getuigt hoe Verhofstadt sprak van ‘Belgische ziekte, België weg, een liberale Vlaamse staat’. Onder de indruk van deze blauwe hemel op aarde zal Coveliers de Volksunie verlaten en een trouwe Verhofstadt-fan worden. Nu verklaart dezelfde Coveliers dat de burgermanifesten getuigen van de ‘oplichterscapaciteiten’ (sic) van Verhofstadt.

Dokter Verhofstadt kende de symptomen van de Belgische ziekte. Bovendien had hij de remedie in huis. Guy Verhofstadt, de genezer van België. Spijtig dat premier Verhofstadt dit nadien allemaal vergeten is.

Blaffen tegen de maan

Als groot en optimistisch pleitbezorger van het eurofederalisme is Guy Verhofstadt intussen druk bezig zich een imago aan te meten van de Europese Ché Guevara. Frits Bolkestein stelt hierover dat Verhofstadt met zijn eurofederalisme ‘tegen de maan blaft’. Bolkestein is nochtans liberaal en gewezen eurocommissaris.

Blaffen tegen de maan, Verhofstadt moet het intussen goed kunnen. Hij is zich in deze activiteit aan het bekwamen sedert zijn burgermanifesten, dit is meer dan 20 jaar geleden. Alleen moet men het geblaf van Verhofstadt niet ernstig nemen. Wat hij schrijft en zegt staat immers volledig los van zijn politiek handelen. De donkerblauwe Verhofstadt van de jaren 80 werd eerste minister in 1999, volgens de gevreesde Koen Meulenaere in Knack de laatste socialistische eerste minister voor Elio Di Rupo. Of hoe blauwe Guy ooit de rode Ché werd van de Belgitude.

Een geweldige tijd!

We leven in een geweldige tijd’. ‘We geloven in de toekomst’. ‘We zijn vooruitgangsoptimisten’. Dat kan U allemaal lezen in de Toekomstverklaring, de ontwerptekst voor het congres van Open VLD van 22-24 november ek. Moet er nog blauw zijn? Maar, wat stond er nu weer in die novemberverklaring van 2002 van dezelfde Open VLD? En, wat was nu weer het programma van Open VLD bij de federale verkiezingen van 2010? Het bochtenwerk van Open VLD.  Allemaal praatjes. En toch, Open VLD laat het confederalisme blauw-blauw.

Novemberverklaring (2002)

Na het congres van 16 november en 7 december 2002 publiceert VLD - toen nog geen ‘open’ partij - de novemberverklaring. Sedert 2011 is het bon ton in kringen van de open liberalen om te zeggen dat niemand weet wat confederalisme is. Er werd zelfs gezegd dat dit het best bewaarde geheim van de Wetstraat is. Spijtig toch dat de Open Vld-ers hun eigen congresteksten vergeten zijn. Om het blauwe geheugen op te frissen, ziehier de keuze van VLD in de Novemberverklaring van 2002:

‘De VLD wil een beter statuut voor Vlaanderen door de definitieve keuze voor een confederaal model. Het zwaartepunt komt bij de deelstaten te liggen die bepalen welke bevoegdheden ze aan het federale niveau laten. Het aantal bestuursniveaus moet verminderen. Vlaanderen moet minstens bevoegd worden voor de gezondheidszorgen, de kinderbijslagen, het tewerkstellingsbeleid en het mobiliteitsbeleid. Taalfaciliteiten moeten uitdoven. Elk bestuursniveau krijgt de volledige fiscale autonomie. Wat op een lager bestuursniveau kan, hoeft niet hogerop te worden beslist. Solidariteit kan er nooit toe leiden dat de betalende partij op het eind minder middelen krijgt dan de ontvangende partij. Daartoe is het noodzakelijk dat de solidariteit transparant is’ (einde citaat).

Met dit programma trok VLD in 2003 naar de federale verkiezingen. Wat heeft Open VLD hiervan verwezenlijkt? Allemaal praatjes, blauwe praatjes.

Ook ter herinnering. 2003 is het jaar dat minister-president Bart Somers (Open VLD) aankondigt dat Vlaanderen in 2016 de Olympische spelen gaat organiseren. Alleen zwijgt Somers nu in alle talen over de Olympische spelen. Het was een liberaal geintje.

Nu wil dezelfde Somers een gelijkaardige stunt uithalen met België. Hij droomt namelijk van een België zonder grendels. Een België zonder alarmbellen, belangenconflicten, bijzondere wetten, paritaire ministerraden ... En Patrick Dewael, tweet hierover: ‘Confederalisme = blokkeringsfed en omfloerst separatisme. @RuttenGwendolyn voor écht federalisme zonder grendels en met responsabilisering’. Prachtig! Go for it Bart! Go for it Patrick! Jullie zijn op de goede weg. Veel succes toegewenst! Dagdromen is een liberale deugd. Indien het lukt, dan organiseren we in 2016 de Olympische spelen te Mechelen en Tongeren, als eerbetoon aan Bart en Patrick, de ‘founding fathers’ van het ontgrendelde België. Wedden dat de Olympische spelen in 2016 niet in Vlaanderen worden georganiseerd?

Een nieuwe start (2010)

In 2010 trekt Open VLD naar de verkiezingen met als programma ‘Een nieuwe start. Ambitie 2020’. Hoofdstuk V van dit verkiezingsprogramma handelt over ‘Een nieuwe start voor ons land’. Zoals gebruikelijk is Open VLD optimistisch. De liberalen kiezen radicaal voor een confederaal model en de uitvoering van artikel 35 van de Grondwet. Spijtig dat de Open VLD-ers hun verkiezingsbeloften van 2010 vergeten zijn. Als geheugensteun, ziehier het confederale programma van Open VLD:

‘Beide taalgemeenschappen leggen samen vast welke bevoegdheden ze gezamenlijk willen uitoefenen en welke bevoegdheden ze apart willen organiseren. De grondwet voorziet sinds de vierde staatshervorming uit 1993 expliciet in die mogelijkheid. Artikel 35 van de grondwet laat toe duidelijk te omschrijven welke bevoegdheden tot de federale overheid behoren. Alle andere bevoegdheden vallen dan onder de deelstaten.

Open Vld ziet volgende bevoegdheden als gezamenlijk uit te oefenen in confederaal verband:

  • buitenlandse zaken
  • defensie
  • politie
  • de basisorganisatie van justitie
  • de basiswetgeving van de economische en monetaire unie: het financieel beleid en de bescherming van het spaarwezen, het hypothecair krediet, het consumptiekrediet, het bank- en verzekeringsrecht, het mededingingsrecht, de wet op de handelspraktijken, de industriële en intellectuele eigendom, de normalisatie, de grote energie-infrastructuren,...
  • de gemeenschappelijk basissokkel van de fiscaliteit en de parafiscaliteit
  • een transparant solidariteitsmechanisme
  • delen van de sociale zekerheid, waaronder de pensioenen in de privésector en de confederale ambtenarenpensioenen en de conjuncturele werkloosheid.

Op voorwaarde dat op confederaal niveau een consensus kan gevonden worden over aanvaardbare groeinormen binnen de gezondheidszorgen, kan de financiering van de gezondheidszorgen op het confederale niveau blijven. Inzake de organisatie van de gezondheidszorgen kan dan een veel grotere autonomie gelaten worden aan de deelgebieden’ (einde citaat).

Wat heeft Open VLD hiervan verwezenlijkt? Beantwoordt de zesde staatshervorming aan datgene wat men de kiezer heeft voorgehouden? Open VLD heeft in plaats van een confederaal België gezorgd voor vele bijkomende grendels. De zesde staatshervorming is zelfs de ultieme vergrendeling van België. Met dank aan de salon-confederalisten van Open VLD.

De financiering van de deelstaten in het VLD-programma van 2010

Het Open VLD-programma van 2010 bevat ook een interessant hoofdstuk omtrent de financiering van de deelstaten. Wie het nu leest, zal zijn ogen nauwelijks geloven.

Neen hoor, wat volgt is geen citaat uit de congresteksten van N-VA. Ziehier ‘de nieuwe start’ die Open VLD aan de kiezer heeft beloofd in 2010:

‘Een confederaal model gebaseerd op eigen verantwoordelijkheid, transparante solidariteit en confederale loyaliteit. De geschiedenis leert dat geen enkel federaal noch confederaal staatsverband houdbaar is zonder eigen verantwoordelijkheid van de deelgebieden, zonder een transparante solidariteit tussen de deelgebieden en zonder loyaliteit van de deelgebieden. Na de verkiezingen moeten er oplossingen komen, ook voor de communautaire impasse. De geesten in Franstalig België rijpen. Gezien de uitdagingen waarvoor we staan, is er geen tijd meer te verliezen. Het is nu tijd voor daden’

...

‘Ter vervanging van de huidige dotaties aan de gemeenschappen en gewesten (vandaag in de vorm van gedeelde personenbelasting, gedeelde BTW en begrotingskredieten) wordt aan de gewesten een bevoegdheid in de personenbelasting toegekend. De gemeenschappen worden vervolgens vanuit de gewesten gefinancierd. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt omwille van de hoofdstedelijke functie een aangepaste financiering voorzien.

Concreet betekent deze hervorming: (1) de huidige dotaties worden geschrapt; (2) het confederale tarief in de personenbelasting wordt dienovereenkomstig drastisch verlaagd; (3) op de verlaagde confederale personenbelasting heffen de gewesten zélf een eigen belasting om de vermindering aan inkomsten t.g.v. de schrapping van de dotaties te compenseren.

Mensen zullen op hun belastingsbrief dus duidelijk zien hoeveel belastingen ze betalen aan de confederale overheid en hoeveel aan de regionale overheid’ (einde citaat).

En zeggen dat dezelfde Open VLD met veel positief enthousiasme een nieuwe financieringswet heeft goedgekeurd die in de verste verte niet gelijkt op wat in het verkiezingsprogramma van Open VLD stond. Daarom is het steeds nuttig om voor de verkiezingen aandachtig te luisteren naar wat de liberalen beloven ... zo komt men alvast te weten wat ze nooit gaan verwezenlijken.

Collectieve amnesie?

Hebben de liberale leiders te kampen met collectieve amnesie? Zijn ze vergeten dat de grote liberale denker Karel De Gucht in december 2010 stelde dat België een permanente diplomatieke conferentie is? Hij deed deze uitspraak in Le Vif.

In dat beruchte interview stelt wijze Karel: ‘In de vijf jaar dat ik lid was van de federale regering als minister van buitenlandse zaken en als vice-premier heb ik vastgesteld dat er weliswaar geen enkel dossier was waar Vlamingen en Franstaligen het eens waren. Zij die zich verzetten tegen de splitsing van het land, en dat is een grote meerderheid van de politici, zouden zich moeten realiseren dat het niet mogelijk is dat de twee grote gemeenschappen verdergaan met over ieder dossier verschillende opinies te hebben. Ça ne va plus !’.

Maar enfin - zoals De Gucht het zo vaak zegt in keurig Nederlands - waar gaan we naartoe indien de liberalen nu zelfs al niet meer luisteren naar de woorden van Karel De Gucht? Zijn er dan geen zekerheden meer in het blauwe universum?

Parole, parole, parole, parole, parole

In de Gazet van Antwerpen en het Belang van Limburg verklaarde ondervoorzitster van Open VLD Maggie De Block enkele weken geleden over het schrappen van de term confederalisme uit het programma van Open VLD: ‘dat zijn allemaal praatjes’. En toch ... in de ontwerpteksten voor het congres van november 2013 kiest Open VLD openlijk voor wat Verhofstadt in 1997 de Belgische ziekte noemde. In de Toekomstverklaring, kan men nu lezen: ‘We kiezen zelfbewust voor een sterk Vlaanderen binnen een federaal België’.

Maar wat maakt het allemaal uit? Eén ding weten we met zekerheid. Wat het programma van de Open VLD ook moge zijn, niemand moet dit ernstig nemen. Het blauwe programma wordt na de verkiezingen toch steevast blauw-blauw gelaten. Praatjes, allemaal praatjes van de blauw-blauwe partij.

Hendrik Vuye

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is